maandag 6 april 2009

Zola's Thérèse Raquin van Marcel Carné via TV5

Virtuoze aanpak
Negentig jaar is de virtuoze filmregisseur Marcel Carné geworden (1906-1996), wiens meest actieve periode tussen zijn dertigste en zeventigste jaar lag. Zijn formaat bleek al snel aan het begin van zijn carrière met Quai des brumes (1938) en in het laatste oorlogsjaar (1945) met Les enfants du paradis.
Acht jaar later nam hij de roman Thérèse Raquin uit 1867 van Emile Zola (1840-1902) onder handen voor een verfilming met onder meer Simone Signoret (1921-1985) en Raf Vallone (1916-2002), nadat scenarist Charles Spaak (1903-1975) de handeling had verplaatst van Parijs naar Lyon en daarnaast bijna negen decennia naar voren had gezet, waardoor de gebeurtenissen zich aan het begin van de jaren vijftig in de vorige eeuw afspelen.
Carné's film wordt op maandag 6 april vertoond op TV5, tussen 14:00 uur en 15:55 uur.

Het filmverhaal
Een vrouw, die al geen ouders meer heeft en ook nog eens ongelukkig gehuwd is, ontmoet alsnog de liefde van haar leven en die beiden gaan zo in elkaar op dat allerlei waarden vervagen en uiteindelijk tot een grote tragedie leiden.
Hoewel er in 1953 al wel kleurenfilms werden gemaakt, was zwart/wit toch nog de meest gangbare vorm; de beelden die Roger Hubert (1903-1964) heeft geschoten, zijn van uitzonderlijke kwaliteit.

Zola's roman
Na het verschijnen, in 1867, van de roman Thérèse Raquin werden daarover —hoe kan het ook anders — polemieken gevoerd. De fameuze Charles Augustin Sainte-Beuve (1804-1869) schreef echter: "Uw oeuvre zal voor opschudding zorgen in de geschiedenis van de hedendaagse roman."
Thérèse leeft al drie jaar in de schaduw van de Notre Dame, in een doodlopende straat in de buurt van de PontNeuf, een nogal passief, teruggetrokken en schijnbaar ingeslapen leven tussen haar schoonmoeder en haar man, die een klein baantje heeft, ziekelijk is en bepaald niet aangenaam op de koop toe.
Op een avond neemt hij een jeugdvriend, Laurent, mee naar huis, die hij toevallig tegen het lijf is gelopen: jong gebleven, berstensvol temperament, blakend en voor alles in. Dat leidt ertoe dat Thérèse plotseling uit haar lethargie ontwaakt, snel een natuurlijke schoonheid ontwikkelt en van binnen vlam vat. Laurent pikt dat alles op en het komt tot heimelijke ontmoetingen, die weliswaar clandestien zijn, maar hen er niet van weerhouden tot alles bereid te zijn.
Op een zondag gaan de echtgenoot en de minnaar van Thérèse een kanotocht maken . . . . .
Daarna zijn Thérèse en Laurent verder alleen, maar de duistere kanten van datgene wat zich heeft afgespeeld heeft zich reeds in hun persoonlijkheid vastgezet en de beelden en de uitgeschreeuwde agonie van de verdwenen echtgenoot eisen hun tol door middel van een sfeer van verkilling, op de rand van vijandigheid.
____________
Afbeeldingen
1. De Franse filmregisseur Marcel Carné.
2. De Franse schrijver Émile Zola.
3. Voorzijde van de pocketeditie in de reeks J'ai lu, verschenen in december 1979. De tekening op het voorplat is van Gyula Konkoly.


Geen opmerkingen: